Warme weemoed

Een stukje blog vullen met een gedicht zou kunnen duiden op schrijfluiheid, of op het willen pronken met andermans veren. Maar nee, ik heb een zuiver geweten: slechts pure bewondering is mijn drijfveer. Deze kleine ontdekking wil ik heel graag delen met de wereld, of in ieder geval met het exclusieve lezerspubliek van deze blog. Dit gedicht trof ik tijdens mijn fietsomzwervingen door Den Haag aan op een muur op het Alexanderplein (dat niet echt een plein is, maar een zijstraat van de Javastraat).
Ik had die dag al een paar mooie beelden en teksten in de openbare ruimte ontdekt, zodat ik in een staat van lichte euforie op mijn fiets zat. Of het nu daaraan lag weet ik niet, maar dit prachtige gedicht kwam bij mij binnen als een donderslag bij heldere hemel. Hoe kan iemand met zo weinig woorden zo’n sterk beeld overbrengen! Strikt genomen is poëzie dan misschien geen beeldende kunst, maar waarom zou je altijd precies zijn in dit soort dingen? Beeldende kunst dus.
In een paar regels voel je de lome warmte van een tropisch eiland, voel je de weldadige weemoed van mooie herinneringen, voel je het gemengde gevoel bij het moeten loslaten en toch willen vasthouden. Zo’n gedicht past voor mij ook wel goed in een stad als Den Haag, de stad van Couperus, van oude mensen, de dingen die voorbijgaan.
Maar wie is Derek Walcott? Ik beken, ik wist het niet. Walcott (1930-2017) was een dichter, schrijver en toneelschrijver uit het Caribische eiland Saint Lucia, die in 1992 de Nobelprijs voor Literatuur heeft gewonnen. Nadat ik op internet ook zijn schitterende gedicht “Love after love” had gelezen, heb ik onmiddellijk zijn verzamelde gedichten aangeschaft.
Dit was dus geen kleine, maar een gróótse ontdekking! In ieder geval voor mij.

Tot slot, voor wie geen Engels leest, een vertaling van dit gedicht in het Nederlands van mijn eigen hand (het doet daarom helaas niet helemaal goed recht aan het gedicht):

MIDZOMER, TOBAGO

Brede zon-besteende stranden.

Witte hitte.
Een groene rivier.

Een brug,
verdorde gele palmen

vanuit het zomer-slapende huis
doezelend door augustus.

Dagen heb ik behouden,
dagen ben ik verloren,

dagen die, net als dochters,
mijn koesterende armen ontgroeien.

Derek Walcott